Op een klein stationnetje

29-3-2012

Muziekles
groep 1

Ik heb een muziekles gegeven met het liedje; op een klein stationnetje

Aan het begin van de les vertelde ik dat ik erg vaak met de trein reis. Ik vraag wie er wel eens een trein heeft gezien, dit zijn gelukkig alle kinderen. Hierna vraag ik wie er wel eens in de trein heeft gezeten, dit is ongeveer 80% van de kinderen. Ze kunnen zich dus allemaal een beeld vormen bij een trein en de gebeurtenissen op een station.

Ik zet de cd aan en zing het liedje één keer voor. Er zijn een aantal kinderen die het liedje al een beetje kennen. Ik vertel dat ze goed moeten luisteren omdat ik hierna een aantal vragen gaan stellen. Ik zing het liedje nog een keer en stel vervolgens een aantal vragen over het liedje die de kinderen mogen beantwoorden. Dankzij deze vragen onthoudend ze de tekst van het liedje beter.

We zingen het liedje nu met zijn allen. Het gaat al erg goed.
Ik kies een kind die de machinist mag zijn, vervolgens mogen hier 6 kinderen achter elkaar gaan staan, nu staan er zeven kinderen, net zo veel kinderen als wagonnetjes.
We zingen met zijn allen het liedje terwijl de trein rondjes loopt om de tafel.
Ik kies een aantal keer nieuwe kinderen.
Ik wil graag dat iedereen aan bod komt, daarom hebben we als laatste een trein met alle jongens en hierna een trein met alle meiden.

lesvoorbereiding muziek 29-3-2012
lesbegeleiding muziek 29-3-2012

Ons onderwerp tijdens BV1 was: op wereldreis naar parijs.
Ik heb op dit moment de kleuters en het was lastig om een les te geven met dit onderwerp.
Deze muziekles over een treinreis gaat ook over een reis.

Deze les heb ik uit de methode: vier muziek  groep 1/2
Deze les hebben we gemaakt tijdens de muziekles van sjoerd meijer

spullendoos

15-3-2012
Dramales
Groep 1

Ik heb een dramales gegeven met de spullendoos. Deze spullendoos heb ik gecombineerd met poppenspel.

Ik vroeg mij af op welke manier ik de pop moest introduceren. Als een domme pop die gekke dingen deed met de voorwerpen of juist als een erg slimme pop. Ik heb hiervoor feedback gevraagd van mijn docent. Hij vertelde mij dat ik het beste kon doen alsof de pop een groot talent had. Dit heb ik gedaan in mijn les.

Aan het begin van de middag kwamen de kinderen de klas binnen, op tafel stond een grote roze koffer vol met spullen. Niemand wist van wie hij was, mijn mentor en ik hebben beide gezegd dat hij niet van ons was. Dit maakte de kinderen erg nieuwsgierig

Toen de kinderen stil waren vertelde ik dat ik geen idee had van wie de koffer was. Ineens hoorden we: 'van mij'  we waren stil en luisterden nog eens goed: 'van mij' ik keek rond en heb toen de pop gepakt. De pop heeft zich voorgesteld aan de kinderen. Hij vertelde over zijn talent. Ik had wat spullen achter me liggen o.a. een dobbelsteen. De pop deed alsof dit een gum was, de kinderen hebben hem verteld dat het een dobbelsteen is en wat je hier mee hoort te doen.  De kinderen waren erg nieuwsgierig over de inhoud van de koffer. Hij vroeg hierna of er een kind was die dit ook wilde proberen. Eén kind mocht er iets uit halen. Na wat aanwijzingen hadden de kinderen door wat de bedoeling was. Ze mochten een voor een iets uit de koffer pakken en hiermee aan de slag gaan.

Nadat ze een tijdje bezig waren vroeg ik weer om stilte. Ik koos een paar kinderen uit die mochten laten zien wat ze hadden gedaan. Steeds klapte we voor het talent van het kind. Ze mochten nog één keer allemaal tegelijk laten zien wat ze hadden ontdekt.
Hierna stopten we de spullen weer terug in de koffer en vertrok de pop.

lesvoorbereiding drama 15-3-2012
lesbegeleiding drama 15-3-2012
zelfevaluatieformulier drama 15-3-2012

Voordat ik deze dramales aan groep 1 gaf heb ik eerst de vuistregels voor groep 1/2 doorgelezen, deze zijn hier te vinden. (vt ob, drama 1/2, studiewijzer, vuistregels groep 1/2)

Drama jonge kind                                                    Vuistregels voor lessen Groep 1 en 2

            Opbouw

• Kleuters kunnen zich niet lang op een activiteit concentreren omdat ze intensief en associatief spelen. Bij heel jonge kinderen (gr.0-1) duurt een spelopdracht met inleiding en afsluiting niet langer dan 15 minuten.

• Ook oudere kleuters vinden het moeilijk om lang stil te zitten. Zorg dat je afwisselende activiteiten binnen één les aanbiedt: wachten op je beurt of nadoen wat de juf doet in een vertelpantomime verveelt snel.

Samenspel

• Bij kleuters overheerst het egocentrisme; ze zijn vooral gericht op het materiaal, zichzelf en de spelhandeling zelf. Daarom kun je ze geen toneelstukje volgens afspraken laten spelen. Ze oefenen wel met afspraken maken tijdens het spel.

      Organisatie

• Structureer de ruimte waarin je wilt spelen met lappen of andere attributen.       Een groep spelende  kinderen heeft visuele structuur nodig als houvast voor de scheiding tussen  spel en werkelijkheid  en voor het nakomen van de afspraken met de leerkracht.

•      Spreek vooraf een speels stopsignaal af; bijvoorbeeld een klankstaaf.     

           Voorkom dat je over het spelrumoer heen moet roepen voor aandacht.

      Uitleg

• Uitleg moet kort en bondig zijn. Vermijd moeilijke woorden en lange zinnen. Gebruik werkwoorden zodat iedereen weet wat hij moet doen. Speel altijd een stukje voor tijdens de introductie van de les.

Begeleiding

• Speel vaak mee; tijdens het vrije spel in de hoek en tijdens de dramalessen. Het geeft je de gelegenheid elementen aan het spel toe te voegen zonder het spel te onderbreken.

Observatie

• Kijk goed naar kleuters als ze aan het spelen zijn, het geeft je veel informatie over de ontwikkeling van de verbeelding, de woordenschat, het samenspel . Je kunt er ideeën uithalen voor nieuwe spelopdrachten en verhalen.

Inbreng van kleuters

• Geef kleuters veel ruimte; beperk ze niet in hun onderzoekingsdrift. Als opdrachten anders worden uitgevoerd dan de bedoeling is, ga daar ook eens op door.

• Spelopdrachten waarin het samenspel wordt ontwikkeld, wissel je af met opdrachten waarbij ze naast elkaar kunnen spelen. Kleuters vinden het heerlijk om hun eigen ideeën te onderzoeken.